DE 25 MEEST AFSCHUWELIJKE VAKANTIEVERHALEN!

Ik ben geïnspireerd door het fantastische SBS6-programma wat geloof ik ook zo heette. Het was heel grappig, want het begon heel onschuldig met dingen als 'o jee, er bleek een torretje in mijn sla te zitten!' maar toen stond op nummer 1 opeens iets over drie vrouwen die gruwelijke verkracht en vermoord werden in Turkijë. Nou, hier komen dus mijn vijfentwintig meest afschuwelijke vakantieverhalen, alleen zijn het er bij mij zestien:

16: Als ik in een dorpje van Malawi naar de wc wil, word ik naar een hokje gebracht. Als ik met mijn billen boven een gat hang, zie ik iets wits glinsteren daar beneden. Het blijkt een zee van witte krioelende maden te zijn.
15: Ik denk dat het leuk is om blind iets te bestellen op de kaart van het restaurant in een Thais dorpje. Ik krijg een soort witte dingen, organen ofzo, die hoe lang ik er op kauw niet weg te krijgen zijn en smaken naar lijk. Vijf minuten later brengen ze een barbecue, want het blijkt dat je dit orgaanvlees moet roosteren.
14: In India zie ik de hele tijd een man bij me in de buurt lopen. Opeens spreekt hij me aan. Er blijkt een hele grote plas poep op mijn schoen gekomen te zijn. De man wil voor heel veel geld wel mijn schoenen poetsen.
13: Als ik broodjes ga halen in Beirout, om bij het zwembad op te eten, doe ik mijn portemonnee in de plastic tas waar de broodjes in zitten. Na het zwemmen gaan we met de taxi naar het hotel, maar kom ik er achter dat ik met het broodjesafval ook mijn portemonnee heb weggegooid in de afvalbak van het inmiddels dichte zwembad.
12: Als ik samen met Renske in Uganda aankom blijkt dat onze pinpassen daar niet werken, bij geen enkele bank. We hebben geen geld meer. Renske probeert onze schoenen te verkopen om toch aan geld te komen.
11: Tijdens het snorkelen in Thailand, wat ik deed al liggend op een luchtbedje zodat ik alleen af en toe even mijn hoofd in het water hoef te duwen, krijg ik gezelschap van een krab die over mijn zwembroek loopt. Ik val van schrik van het luchtbedje af, en ben vervolgens zo bang dat hij in de zwembroek wil dat die uitdoe en naakt naar het strand toe zwem, waar blijkt dat de krab inderdaad in de zwembroek zit.
10: In de bus in Griekenland die door de bergen rijdt word ik ziek. Ik kots. Elke keer als de bus omhoog rijdt, stroomt mijn kots door de bus naar achteren. Zodra de bus weer naar beneden rijdt, stroomt mijn kots door de bus naar voren. Andere passagiers vinden mij niet zielig.
9: We hebben in huis in Ethiopië. We hebben precies één vriend. Aan deze vriend vertellen we dat we misschien wel een hondje zouden willen, ook al weten we dat dat eigenlijk echt niet kan als je niet ergens voor altijd blijft. Wij krijgen ruzie met die enige vriend, die ons van de ene op de andere dag haat. Om ons te pesten laat hij een puppie bij ons huis bezorgen. Gelukkig is die wel lief.
8: In New York blijkt het goedkope hotel dat we geboekt hebben ongeveer in Harlem te zitten. 'Haha', denken we, als we buiten twee knallen horen, 'vast een moord!' De dag erna horen we van anderen toeristen die vervolgens wel de moeite hebben genomen uit het raam te kijken, dat er inderdaad iemand in een plasje bloed lag.
7: In Ethiopië spuugt een man op de grond. Maar zijn klodder blijkt op mijn kruis geland te zijn. Het is plakkerig en nat en druipt naar beneden. Terwijl hij doet alsof hij me wil helpen met schoonmaken, steelt hij 300 euro uit mijn tas.
6: In Gambia komt een man naar ons toe die zegt dat hij in ons hotel werkt en gisteren getrouwd is. Hij heeft vijftig euro gekregen van het hotel. Hij neemt ons mee naar zijn huis en laat zijn vrouw en baby zien. Samen gaan we verder naar het stadje waar wij moeten zijn, en hij leent al ons geld wat hij zo terug komt brengen. Als onderpand krijgen we zijn vijftig euro, die zodra hij wegscheurt in een auto het nepste vijftig euro-briefje uit de geschiedenis van de mensheid blijkt te zijn.
5: Voor een project in Ethiopië wil ik zwervers fotograferen in fotostudio's. Ik bedoel het lief en aardig, maar na een gemeen grapje van een andere klant draait mijn zwerver door, waarna zowel hij als wij door bewapende mannen met stokken het winkelcentrum worden uitgezet.
4: Terwijl ik in mijn eentje in Bangkok ben, laat ik drie dagen voordat ik terug naar huis zou vliegen zonder het door te hebben mijn pinpas in de pinmachine zitten. Ik kom hier pas achter als mijn geld op is. Ik vraag een Zweedse vrouw om hulp, maar zij reageert alsof ik lid van een Nigeriaanse scam-groepering ben.

3: Tijdens een ochtendwandeling op het strand van Tanzania komen komen er twee gezellige (en reuachtige grote en gespierde) Tanzanianen naar me toe, die vragen of ze de muziek van mijn iPod even mogen horen. Als ik niet gelijk sta te popelen slaat de sfeer opeens om: 'Give it or we will fucking kill you' zeggen ze en opeens snap ik dat ik overvallen word.

2: Ik ben op vakantie in Libanon. De man van ons hotel zegt dat hij iets ergs moet vertellen. Wij denken dat de gepocheerde eieren voor het ontbijt op zijn of iets dergelijks. Het blijkt dat de oorlog in Libanon is uitgebroken en het vliegveld waar wij mee terug moeten vliegen is gebombardeerd. We moeten met een driedaagse autotocht via Syrië naar Turkijë zien te regelen, waarbij we regelmatig denken dat we ontvoerd worden, om daar het vliegtuig terug naar huis te nemen.

1: Ik word ziek in Tanzania en snap niet wat ik heb. Ik slaap zo goed als niet, heb continu jeuk, heb lichte hallucinaties (denk 'het kwaad' in ogen van mensen te zien), word elke ochtend wakker alsof ik een kater heb zonder gedronken te hebben en heb er geen idee van dat ik een burn out heb, maar zit wel ver weg van iedereen vandaan in een ghetto van Dar es Salaam.